kastanje9
Yolanda Entius biografie | cv | contact | interviews enzo

Lezen.tv
De avonden april 2011
Knetterende Letteren maart 2010
Interview Vivian de Gier HP De Tijd maart 2011
Interview Vincent van de Vrede inkt! januari-februari 2010
VGV Club Propaganda april 2008
Interview Iris van Erve Passionate Magazine januari/februari 2008
Andere ogen, uit De Volkskrant, november 2007
De smaak van de stad, tvprogramma op AT5, uitgezonden 8 november 2007
Lizanne Croonen interviewt Yolanda Entius

Lezen.tv
Online een gesprek met Peter Gielissen op lezen.tv. Over Het kabinet van de familie Staal, schuld, schaamte en verantwoordelijkheid, en de noodzaak van een tuintje.

logo De Avonden


Vrijdag 8 april was ik te gast bij De Avonden van de VPRO op radio 6
.
Annemieke Smit sprak met mij over Het kabinet van de familie Staal, en over slachtoffers en daders, compassie en begrip.Klik hier om de uitzending te beluisteren.




 

Kenneth van Zijl en Yolanda EntiusKnetterende Letteren (tv)
Op 9 maart, aan de vooravond van het boekenbal, was ik te gast bij Knetterende Letteren, het boekenprogramma op het culturele themakanaal van de NPS. Kenneth van Zijl sprak met mij over De gelukkigen en de maakbaarheid van het leven. 'Twin Peaks in de polder' noemde hij mijn roman, en dat hij het 'echt een mooi boek' vond.
De uitzending is terug te zien op YouTube, klik op hier.


 

 

Interview Vivian de Gier HP/De Tijd maart 2011

Interview inkt!

Interview inkt!

Interview inkt!

 

 

 

 

 

 

Interview Vincent van de Vrede in inkt! januari-februari 2010

Interview inkt!

Interview inkt!

Interview inkt!

Interview inkt!

Interview inkt!

 

 

 

 

Club Propaganda stelde Veel Gestelde Vragen aan Yolanda Entius

 

Wat was de grootste kick uit je schrijverscarrière?

Ik heb het niet zo op kicks, en gebruik het woord nooit, maar vooruit: het winnen van de Selexyz debuutprijs, dat was een echte kick met alles erop en eraan. Een cocktail van diverse opwekkende chemicaliën, waarvan ik een octaaf hoger ging zingen - maar die ook snel weer was uitgewerkt. De volgende dag is het zoeken hoor, naar een berichtje in de krant. Maar de eer blijft, en van die tienduizend euro leef ik tot op de dag van vandaag.

Het vreemdste dat je als schrijver is overkomen?

Dat mijn tweede boek Vliegen en duiken niet uitkwam. Ik was er in 2003, na het voltooien van Rakelings, aan begonnen. Daags na de presentatie gaf ik mijn redacteur de eerste versie van Vliegen en duiken. Ik heb er toen nog meer dan een jaar aan gewerkt, en in de herfst van 2006 was het af. Ik blij, redacteur blij (Het was weer net zo mooi als Rakelings, zei ze), maar helaas uitgever niet blij; ze wilde er niet aan. Ik hoorde het één dag voor ik naar Frankrijk vertrok om aan mijn derde boek te gaan werken. Ik boos natuurlijk, en in tranen, maar uiteindelijk begreep ik haar bezwaar wel. Ik heb mijn wonden gelikt, ben in de auto gestapt en maar gewoon aan mijn Helden begonnen.

Het mooiste moment van je carrière?

Toen mijn eerste boek onderdak vond bij Querido. Ik kwam terug uit de bergen en kreeg een e-mail dat Querido mijn boek wilde uitgeven, heel graag zelfs. Ik heb zo hard gegild dat mijn liefje dacht dat ik een kokende pan water over me heen had gekregen.

Grootste ergernis?

Geneuzel over hét Tweede boek. Iedereen zeurt erover. Hoe moeilijk het zou zijn om dat te schrijven. Zelfs mijn eigen redacteur begon erover bij de presentatie van Alleen voor helden. Het is vooral de buitenwereld die er last van heeft, denk ik. Daniëlle Serdijn heeft het gepresteerd om in de Volkskrant de helft van haar recensie te wijden aan speculaties over mijn gemoedstoestand bij het schrijven van mijn boek. Want wat moest ik schrijven na het succes van Rakelings? Een enorm blok aan het been, zo’n prijs. Wildwoest word ik daarvan. Als ze had willen weten wat er in me om ging bij het schrijven van Alleen voor helden, kon ze me toch bellen! Nu krijg je dit soort hapklare dooddoeners door je strot geduwd. Zonde van de ruimte in de krant, zonde van haar tijd, en de mijne.

Intiemste moment met een schrijver?

Ik heb eens gesandwicht gelegen tussen twee acteurs van wie er één net als ik schrijver zou gaan worden. Het was koud, dus we hielden onze handen onder de dekens. Met de schrijver ben ik nog steeds zeer intiem, met zijn vrouw ook trouwens, maar we kruipen nooit meer samen onder de wol.

Meest genante actie in het bijzijn van een schrijver?

Geen idee, terwijl ik toch heel gênant kan zijn. Ik heb een keer Claire tegen Cindy [Hoetmer - CP] gezegd, daar schaam ik me voor.

Mooiste werkplek?

Buiten, in de natuur, maar dat is niet waar, want meestal heb ik dan last van de zon. Dus is het antwoord gewoon: mijn werkkamer. Ik heb een houten wandje met openslaande ramen in mijn slaapkamer gezet, waardoor mijn kantoortje op een schuurtje lijkt, en ik me buiten kan wanen. Ik heb zicht op de bakken voor het echte raam. Er staan nu blauwe druifjes in. En af en toe vliegt er een merel langs, of een tortelduif.


Meest aantrekkelijke schrijver?

Josse de Pauw.  Een grote man in de vorm van een peer. Ik mag hem graag zien, en moet altijd aan hem zitten.

Beste drug om op te schrijven?

Schrijven. Niets werkt zo goed als een mooie scène of een zin die precies zegt wat je bedoelt. Eenmaal op gang ben ik niet meer te stoppen. Toch moet je op tijd ophouden om nog iets moois over te houden voor de volgende sessie. Dat je dan alvast een beginnetje hebt om op gang te komen.

Dát was afzien...

Ik zie vooral af als ik niet schrijf, als ik op iets zit te broeden, en het wil niet omdat ik er niet in geloof, omdat ik er buiten sta, buiten mijn werk. Dan krijg ik last van existentiële twijfels. Waarom doe ik dit? Ga toch iets nuttigs doen! Heel ondermijnend. 

Favoriete werktijden:

Heb ik niet echt. Ik begin in de ochtend en kom dan in de middag op gang. Soms haal ik door.

Welk boek had je zelf willen schrijven?

Tsjip/ De leeuwentemmer van Elschot, maar dat kan helemaal niet. Of Werk van Josse de Pauw en dat kan ook niet, want het is zijn werk. Of Saturday van McEwan, maar dat kan ook niet, want mijn Engels is niet goed genoeg, of Le Square van Duras, maar dat kan ook al niet want daarvoor zuip ik te weinig.

Wat schrijf je nu?

Ik ben nu bezig met Dertien in een ongeluk, een wat ongelukkige werktitel voor een boek over de dertien ouders die níét hun kind verliezen bij een busongeluk in de Alpen. Het is hetzelfde busongeluk als dat uit Rakelings waarbij Douwe zijn zoontje verliest. Dertien verhalen die los (zouden moeten kunnen) staan en toch een geheel, een roman, vormen. Zoals ook zij, die dertien mensen, individuen zijn, én een gemeenschap vormen.  

Als ik de Ako-prijs win dan…

Dan ga ik met wat vrienden bij een sterrenrestaurant eten, want dat heb ik nog nooit gedaan. En ik ga een vriend terugbetalen die me anderhalf duizend euro gaf om aan mijn tweede boek te werken. Of ik geef die anderhalf duizend euro door aan een andere schrijver, die buiten de prijzen en de beurzen is gevallen. Dat is misschien een beter idee.

Tip voor beginnende schrijver:

Schrijf! Schrijf en laat lezen. 

Schrijf, lees en laat lezen. En lees hardop.

 

 

 

interview met Iris van Erve in Passionate Magazine


PassionateMagazine

PassionateMagazine

PassionateMagazine

PassionateMagazine

ZelfportretAndereOgenandere ogen
Hoe zien we onszelf, en wat denken anderen? Ditmaal actrice, regisseur en schrijfster Yolanda Entius (45) van wie vrijdag haar tweede roman Alleen voor helden verschijnt.


Waarom heeft u zichzelf zo getekend?
Ik zit weer met opgetrokken knieën om te compenseren dat ik niet op stoelen pas, die zijn voor mij altijd te groot. Ik ben 1.53 m. Dus als ik gewoon ga zitten, bungel ik altijd als een kind met mijn benen. Maar, ik besef tegelijkertijd ook dat het niet normaal is dat je als vrouw van 45 met opgetrokken benen op een stoel plaatsneemt.

Heeft u last van uw kleinheid?
Ach, er zijn altijd wel mensen die de neiging hebben om je een kusje op je voorhoofd te geven of je aaien. Ik knarsetand in mijn slaap, dus ik heb ook van die hele kleine tandjes. Ik eet ze op. Heel erg lastig, en ook een gek gezicht met die vierkante kaken van mij.

U ziet er anders best wel kordaat uit.
Die uitstraling kan wel kloppen. Sommigen beschouwen mij als een pitbull. Als ik mijn tanden ergens in zet, laat ik niet zo heel gauw meer los. Wie a zegt, moet ook b zeggen. Die mentaliteit. Ik hou er niet van om dingen maar een beetje te doen. Dat is karakter hoor, geen ambitie. Ik ben een vechter, geen streber.

U heeft zichzelf in uw portret wel lieftallig in de bloemetjes gezet.
Dat zijn dus pompoenen. Ik hou erg van de natuur, van groenten, van buitenzijn. Ik ben ook een enorme bergwandelaar.

Welke plaats neemt u in in ons artistieke landschap?
Ik ben als actrice begonnen en heb zelf films gemaakt, maar ben nu als schrijver op mijn plek terechtgekomen. Mijn tweede roman komt uit, aan mijn derde boek ben ik inmiddels begonnen – ik ben me meer dan ooit aan het profileren. Ik ben een magische grens over. Ik zal volgende week niet ineens meer besluiten dat ik alsnog liever danser word.

Wat is het mooiste compliment dat men u kan geven?
Dat ik lief ben. Mensen denken namelijk heel vaak dat ik streng ben. Dat is niet zo, ik ben alleen heel direct, waardoor men zich snel aangevallen voelt.

Hoe kan men u beledigen?
Door het omgekeerde met mij uit te halen. Zeggen dat je iets mooi van me vindt, maar het niet menen.

Wat is het grootste misverstand over u?
Dat ik onaardig ben. Als je staat voor wie je zelf bent en wat je doet, dan kun je toch wel tegen een stootje?

Wat vinden mannen aantrekkelijk aan u?
Wat ze in het algemeen van mij vinden, weet ik niet, maar mijn vriendje vindt dat ik een lekker lijfje heb. Ik ben ook soepel en lenig. En ik kan heel goed dansen. Misschien dat mannen dat ook wel leuk vinden.

Wat is een terugkerende reactie van collega’s?
Als actrice vonden ze mij wel moeilijk. Terecht. Ik liet me niet gemakkelijk regisseren. Ik kan me moeilijk overgeven. Dat heeft rechtstreeks te maken met mijn jeugd. Een reactie op een tirannieke vader: niemand gaat mij zeggen hoe ik iets moet doen, nóóit meer.

In welke situatie bent u zichzelf niet?
Vroeger was ik heel vaak verliefd op mensen die veel te ver weg stonden. En dan ben ik helemaal mezelf niet, een rare muurbloem, kwijlerig. Het komt nog wel voor in het gezelschap van mensen die ik op een voetstuk heb gezet.

Hoe zou u het liefst herinnerd willen blijven?
Hoewel het leuke wezens zijn, heb ik zelf geen kinderen. Dus het zullen de kinderen van anderen moeten zijn. Ik hoop dat ze zich mij herinneren als ‘die leuke vriendin’ van hun moeder.
In de smaak van de stad uitgezonden op 8 november 2007 http://www.kortamsterdams.nl/web/ vertel ik over de Sarphatistraat. Ik wilde natuurlijk een beetje reclame maken voor mijn nieuwe boek en had de Sarphatistraat en Alleen voor helden heel kunstig in elkaar gevlochten met mijn eigen geschiedenis op de Sarphatistraat. Kijk maar:

Mijn plek is de Sarphatistraat 91-huis. Het was mijn eerste echte huis. Ik kwam van de Zilverberg, die de zelfmoordflat werd genoemd. Ik studeerde toen geschiedenis en Bert een ouderejaars wist dat ik op zoek was, en vroeg me met hem dit pand te kraken. Op 3 april 1981 ’s ochtend vroeg, gingen we met wat handige jongens en meisjes van het kraakspreekuur naar binnen en spijkerden enorme beddenspiralen voor de ramen. Ik vond het een prachtig huis, echt een huishuis en ik had enorm veel zin om wortel te schieten. En achter, aan de kant van de Valkenierstraat was een klein donker plaatsje bedekt met stoeptegels dat ik om zou toveren tot een tuintje.
Maar zover kwam het niet want ik was in stilte verliefd op Bert en die was dat niet op mij, die was luidruchtig verliefd op zijn vriendin. Dus ik vertok.
Maar in mijn nieuwe roman Alleen voor helden komt dat tuintje er wel, en dat is het leuke aan schrijven: je kunt de dingen een beetje naar je hand zetten. Maar sommige dingen zijn hardnekkig, want ook in die fictieve Sarphatistraat sluimert de liefde. Twee van mijn helden zijn heimelijk verliefd op David, en in datzelfde tuintje zal David aankondigen dat hij met zijn vriendin gaat samenwonen.
Toch is hij het die de beste herinneringen aan de Sarphatistraat overhoudt. Noem mij een wonderlijke kerel, zegt hij met een knipoog naar Nescio, maar ik vond de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa.
Mijn favoriete plek in Amsterdam is de Sarphatistraat omdat hier mijn eerste huis stond dat ik in mijn roman Alleen voor helden heb omgetoverd tot het ideale huis, bijna dan.

Maar in het uiteindelijke item hebben ze alles wat verwijst naar Alleen voor helden eruit geknipt. Zij zijn de baas natuurlijk.
Met de speelfilms Laagland en Krokodillen in Amsterdam en de tv-serie Oog in Oog maakte Yolanda Entius in de jaren ’90 furore als regisseuse en actrice. Maria, Mark, Lisa,Theo, Ron en Douwe waren ooit bedoeld als personages voor een film. Maar Entius bedacht zich en maakte er haar romandebuut Rakelings van.

Tekst Lizanne Croonen
Fotografie Gerard van Bree

Een krankzinnige roman over ontworteld raken en vechten tegen het noodlot. Hoe kom je erop?
Rakelings gaat over je huis kwijtraken, omgaan met teleurstellingen. Dat is heel persoonlijk. Ik heb ruim tien jaar in een harmonieuze woongroep geleefd. Ik dacht dat ik oud met ze zou worden, maar dat hield op. Dan ging er toch iemand met zijn liefje samenwonen. In het boek is iedereen op zoek naar een nieuw nest. Theo raakt zijn broer kwijt aan de liefde. Mark is op zoek naar zijn wortels. Douwe is zowat alles kwijt wat hem lief is, zijn zoon bijvoorbeeld. Het personage Maria raakt ook stuurloos. Diep in mij zit een Maria, misschien wel in iedereen. Net als een Theo, of een Ron.

Hiervoor schreef je scenario’s, je schrijft voor toneel en nu je eerste boek met als thema ‘het noodlot’. Is boeken schrijven jouw lotsbestemming?
Op het ogenblik voel ik me meer schrijver dan scenarist. Ik was vroeger zo’n kwijlende puber die dagboeken vol schreef. Na Rakelings ben ik gelijk begonnen met een nieuw boek, een tweeluik over ‘afscheid nemen van een onmogelijke liefde’. Met schrijven houd ik nooit op. Ik kan gewoon niet anders en hopelijk verdien ik er dan een boterham met een héél klein beetje kaas mee. Maar ik zal wel altijd met één been in het toneel blijven. Dat heb ik ook gedaan in de twee jaar dat ik Rakelings schreef.

Is er een groot verschil tussen het schrijven van scenario’s en het schrijven van boeken?
Film gaat over beeld. Op beeld kunnen mensen niet denken, in een boek wel.. In Rakelings kruip je door de brieven van Maria in haar hoofd. Daarin komen haar radicale gedachten heel goed uit. Wat drijft iemand? Met die brieven kom je helemaal in Maria en voel je haar strakke regime. Dat had ik in een film niet zo duidelijk over kunnen brengen.

Zou Rakelings verfilmd kunnen worden?
Delen van het boek waren ooit de basis voor een scenario van een film. Dat scenario ging uit van het bijna-ongeluk van Maria, als ze over het zebrapad loopt. Dat is maar een kleine scène in het boek. Maar daar ben ik dus van afgestapt. In het boek zie je nog wel terug hoezeer ik in scènes denk, in personages en hun handelingen. Rakelings is erg character-driven. Dat leent zich dus nog steeds voor een film.

Ben je bang om te vallen? Om afgemaakt te worden door recensenten?
Nee, ik ben niet bang. Wel zie ik de lelijke koppen bijvoorbeeld al staan. In één van de laatste zinnen van het boek staat letterlijk dat elk verhaal een happy end heeft. "Het is een kwestie van op tijd ophouden of juist net iets langer doorgaan." Het is een schot voor open doel voor recensenten om daar iets lelijks over te zeggen; was er maar niet aan begonnen, bijvoorbeeld.

Maar natuurlijk heb je een meesterwerk geschreven, toch?
Ja, en tegelijkertijd weet ik dat dat niet waar is. Kritiek kan ik best goed hebben. Ik laat mijn werk bijvoorbeeld altijd lezen binnen mijn schrijfclubje De Salon. Die hebben we ruim acht jaar geleden opgericht met een stel scenario- en toneelschrijvers. We komen om de twee, drie weken bij elkaar. We zijn niet mild voor elkaar, maar wel liefdevol. Als je elkaar zo lang kent, kun je elkaar gemakkelijker wijzen op valkuilen. Dat vind ik niet moeilijk om te horen.

Wat zeiden ze dan over Rakelings?
Ze hadden kritek op de constructie, die was te ingewikkeld: brief, hoofdstuk, brief. Zit je er net lekker in, word je er weer uitgeknald. Daar heb ik wel wat aanpassingen gedaan. Nu is het helder en mag je bij de personages blijven. Nu wilden ze het in één ruk uitlezen. Maar ik kan ook begrijpen dat het niet jouw kopje thee is. Querido was gelukkig gelijk enthousiast.